Nederlands Monopolie op loterijen blijft gehandhaafd
De Kansspelautoriteit is bevoegd een monopolie te hanteren voor de verlening van vergunningen voor het organiseren van loterijen. Bovendien is het bevoegd deze enkele vergunning te verlenen aan Lotto B.V. (De Nederlandse Loterij). Dit volgde uit een recente uitspraak van een van de hoogste rechters in Nederland.
De Nederlandse Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft geoordeeld dat de bevoegdheid van de Nederlandse Kansspelautoriteit (KSA) om monopolie posities te gunnen, gehandhaafd blijft. Zo blijft de Nederlandse traditie in stand waarbij de KSA bevoegd is om slechts één vergunning te verstrekken voor het organiseren van loterijen. Diverse concurrenten trekken met deze uitspraak aan het kortste eind omdat deze enkele vergunning bij Lotto B.V. is gebleven. Deze partijen zullen dan ook niet mee kunnen doen in het aanbieden van concurrerende loterijen.
Monopolie
Na deze uitspraak van de afdeling Bestuursrechtspraak blijft de bevoegdheid bestaan voor de KSA om uitsluitend aan Loterij exploitant Lotto B.V toestemming te verlenen om in Nederland loterijen te organiseren. Andere online casino aanbieders worden daarmee niet in aanmerking genomen. Dit leidde er toe dat andere loterij aanbieders zoals Betfair en de Nederlandse Online Gaming Associatie (NOGA) een procedure aanhangig maakten bij de rechter in 2018. In de ogen van deze partijen was er sprake van oneerlijke concurrentie. Vooral omdat de KSA bij goede doelen loterijen wel meerdere vergunningen verstrekt. Met deze uitspraak van de Nederlandse Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State wordt deze stelling van de hand gewezen.
Geschiedenis
Een uitspraak in 2018 leverde nog winst op voor Betfair en NOGA, waarin de rechter eiste dat de KSA met betere motieven moest komen om ‘single license’ vergunningen te verstrekken aan Lotto B.V. (onderdeel van De Nederlandse Loterij) voor het organiseren van loterijen. Door slechts één vergunning toe te laten voor Lotto B.V., wilde de KSA strak toezicht houden op criminaliteit, gok preventie- en verslaving (kanalisatie functie). Destijds oordeelde de rechter dat het risico op gokverslaving niet anders is tussen goede doelen- en gewone loterijen, en er daardoor dus sprake is van oneerlijke concurrentie. Destijds was er dan ook hoop voor velen, dat nieuwe aanbieders de markt van loterijen zouden kunnen betreden.
Nieuwe Uitspraak
In 2018 moest de KSA dus met nieuwe argumenten komen om te beargumenteren waarom Lotto B.V. uitsluitend bevoegd was om loterijen te organiseren. Maar met deze uitspraak zijn we weer terug bij hoe het ooit was.
Volgens de rechter krijgt de KSA gelijk in de stelling dat het oogmerk van loterijen is om personen te motiveren tot gokken via een enkele juridisch bevoegde organisatie. En wanneer de markt te gesegmenteerd zou zijn, zou dit oogmerk niet kunnen worden gerealiseerd. Het feit dat er een verschil zou zijn tussen goede doelen loterijen en conventionele loterijen is hierbij volgens de rechter van ondergeschikt belang.
Conclusie
Volgens de rechter was de beslissing van KSA consistent, omdat de keuze voor een enkele legale aanbieder de ‘kanalisatie functie’ voldoende ondersteunt. Over het algemeen was de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State dus van mening dat de KSA consequent heeft gehandeld in het verstrekken van een single-license vergunning aan Lotto B.V. Daarmee is het beroep van Betfair en NOGA dus ongegrond verklaard. De monopolie op loterijvergunningen blijft daarmee onveranderd.